ordineren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- or·di·ne·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ordineren |
ordineerde |
geordineerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
ordineren
- (religie) overgankelijk de priesterwijding geven
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord ordineren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.