opvriezen
- op·vrie·zen
- samenstelling van op bw en vriezen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
opvriezen |
vroor op |
opgevroren |
klasse 2
onregelmatig |
volledig |
opvriezen [1]
- onovergankelijk opnieuw bevriezen van een vochtige ondergrond
- onovergankelijk omhoog komen door bevriezing van de ondergrond
- Het woord opvriezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opvriezen" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
61 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be