opschrijven
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: opschrijven (hulp, bestand)
Woordafbreking
- op·schrij·ven
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van op bw en schrijven ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
opschrijven |
schreef op |
opgeschreven |
klasse 1 | volledig |
Werkwoord
opschrijven
- overgankelijk schrijvend een notitie ergens van maken
- Hij had gelukkig het nummer even opgeschreven.
- ▸ `Het heeft op ons gewacht; zei ik.
'Nu kan het verhaal beginnen.' `Zal het een verhaal zijn dat goed afloopt?'
` Mooie verhalen lopen nooit goed af,' zei ik. 'Dus we zitten altijd goed. Ofwel we maken een mooi verhaal, ofwel we leven nog lang en gelukkig.'
`In het eerste geval wil ik dat jij het opschrijft, en niemand anders.'[1]
Gangbaarheid
- Het woord opschrijven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opschrijven" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 27
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be