opneuker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- op·neu·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van op en neuker [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | opneuker | opneukers |
verkleinwoord | opneukertje | opneukertjes |
Zelfstandig naamwoord
de opneuker m
- harde vuistslag, oplawaai
- per ongeluk een schok krijgen van een elektrische installatie (veelal gebruikt door elektriciens)
Gangbaarheid
- Het woord 'opneuker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.