opnamecapaciteit
- op·na·me·ca·pa·ci·teit
- Samenstelling van opname en capaciteit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | opnamecapaciteit | opnamecapaciteiten |
verkleinwoord |
de opnamecapaciteit v
- (medisch) de ruimte die een ziekenhuis heeft om patiënten te kunnen aannemen
- Met de piek in de virusgolf bereikte het ziekenhuis de maximale opnamecapaciteit.
- Het woord opnamecapaciteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.