• op·na·me·ca·pa·ci·teit
enkelvoud meervoud
naamwoord opnamecapaciteit opnamecapaciteiten
verkleinwoord

de opnamecapaciteitv

  1. (medisch) de ruimte die een ziekenhuis heeft om patiënten te kunnen aannemen
    • Met de piek in de virusgolf bereikte het ziekenhuis de maximale opnamecapaciteit.