opgehoord
- op·ge·hoord
- vervoeging van ophoren: voltooid deelwoord (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling van op bw en gehoord ww
vervoeging van: | ophoren… |
verbogen vorm: | opgehoorde |
opgehoord
- voltooid deelwoord van ophoren
- Het woord opgehoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.