Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op-en-neer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord op-en-neer op-en-neren
verkleinwoord op-en-neertje op-en-neertjes

Zelfstandig naamwoord

op-en-neer m

  1. (bouwkunde) een uitwendige hulpconstructie die het verder verzakken van een oude gevel moet voorkomen
    • Dit pand heeft een decennium in de op-en-neren gestaan, maar is nu weer gerenoveerd. 

Gangbaarheid