Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oom agent
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

oom agent m

  1. (informeel) politieagent, politieman
    • Kom jij maar gauw mee met oom agent. En vertel maar eens: Hebben ze je misschien ontvoerd ? Vertel me maar eens gauw hoe de jongens die dat gedaan hebben eruitzagen! [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. , Willem Frederik (1978). De donkere kamer van Damokles, p. 169. Uitg.: G. A. van Oorschot.