ooibos
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ooi·bos
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bos en een element ooi, dat niet aan de ooi verwant is maar aan het Duitse Au dat ook het laaste deel van landouw vormt en ook de betekenis landouw of beemd heeft.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ooibos | ooibossen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
ooibos o
- een bos dat langs rivieren groeit op de strook land aan weerszijden ervan die regelmatig overstroomt.
- Zulke ooibossen bestaan uit wilgen en populieren, die bestand zijn tegen overstromingen. Op hogere plekken in de ooibossen staan eiken, essen en iepen.[1]
Hyperoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord ooibos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "ooibos" herkend door:
40 % | van de Nederlanders; |
39 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Trouw Het ooibos terug in de Millingerwaard 1995
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be