Nederlands

 
cataract is een veel voorkomende oogkwaal
Uitspraak
Woordafbreking
  • oog·kwaal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oogkwaal oogkwalen
verkleinwoord oogkwaaltje oogkwaaltjes

Zelfstandig naamwoord

de oogkwaalv / m

  1. een ziekte van het oog
    • Professor Donders was bekend om zijn behandeling van oogkwalen. 
    • Frans Wiertz, bisschop van Roermond, gaf met de rede zijn visie op de toekomst van de kerk in Limburg. Uit het hoofd, lezen lukt hem niet meer. Een oogkwaal maakt hem langzaam blind. Wiertz is bezig aan zijn laatste jaar als bisschop. [2] 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Paul van der Steen 8 november 2016
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be