oogheelkundig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- oog·heel·kun·dig
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van oogheelkunde met het achtervoegsel -ig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | oogheelkundig | oogheelkundiger | oogheelkundigst |
verbogen | oogheelkundige | oogheelkundigere | oogheelkundigste |
partitief | oogheelkundigs | oogheelkundigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
oogheelkundig [1]
- betrekking hebbend op de geneeskunde van het oog
- ▸ Het meldpunt is een initiatief van de Rotterdamse GroenLinkser Arno Bonte en wordt gesteund door het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap.[2]
Gangbaarheid
- Het woord oogheelkundig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“40.000 meldingen vuurwerkoverlast” (Maandag 30 december 2013, 00:50), NOS