onvergankelijkers

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  onvergankelijkers    (hulp, bestand)
• IPA: /ˌɔɱvərˈɣɑŋkələkərs/

Woordafbreking

• on·ver·gan·ke·lij·kers

Woordherkomst en -opbouw

• onvergankelijker met de uitgang -s

Bijvoeglijk naamwoord

onvergankelijkers

1. partitief van de vergrotende trap van onvergankelijk

Gangbaarheid

• Het woord onvergankelijkers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.