Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·vloch·ten
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
ontvlechten

ontvlochten

  1. meervoud verleden tijd van ontvlechten
    • Wij ontvlochten. 
    • Jullie ontvlochten. 
    • Zij ontvlochten. 
  2. voltooid deelwoord van ontvlechten

Gangbaarheid