Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·maagd·de

Werkwoord

vervoeging van
ontmaagden

ontmaagdde

  1. enkelvoud verleden tijd van ontmaagden
    • Ik ontmaagdde. 
    • Jij ontmaagdde. 
    • Hij, zij, het ontmaagdde.