ongetemd
- on·ge·temd
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ongetemd | ongetemder | ongetemdst |
verbogen | ongetemde | ongetemdere | ongetemdste |
partitief | ongetemds | ongetemders | - |
ongetemd [1]
- van grote wilde dieren dat ze niet tamzijn gemaakt
- IIn het natuurpark leefden nog ongetemde leeuwen en panters.
- (figuurlijk) zonder remmingen
- Het woord ongetemd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ongetemd" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be