ongelimiteerd
- Geluid: ongelimiteerd (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɔŋɣəˌlimiˌtert / (5 lettergrepen)
- on·ge·li·mi·teerd
- afgeleid van gelimiteerd bn met het voorvoegsel on- [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ongelimiteerd | ongelimiteerder | ongelimiteerdst |
verbogen | ongelimiteerde | ongelimiteerdere | ongelimiteerdste |
partitief | ongelimiteerds | ongelimiteerders | - |
ongelimiteerd
- zonder opgelegde beperkingen
- attributief gebruikt
- De vaak ongelimiteerde toekenning van hypotheken heeft een economische crisis veroorzaakt.
- als naamwoordelijk deel van het gezegde gebruikt
- Ze raken de discussie over de vrijheid van onderwijs, een van de grootste verworvenheden van onze parlementaire democratie. Maar die vrijheid is natuurlijk nooit ongelimiteerd geweest. Als je er gebruik van maakt, moet je voldoen aan de eisen die de wetgever stelt. [2]
- Het woord ongelimiteerd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ongelimiteerd" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Slob, A.interview in:Remie, M. & L. Aharouay‘Handen af van de vrijheid van onderwijs’ (19 september 2019) op website nrc.nl; geraadpleegd 2019-11-03
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be