• on·ge·cen·su·reerd
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen ongecensureerd ongecensureerder ongecensureerdst
verbogen ongecensureerde ongecensureerdere ongecensureerdste
partitief ongecensureerds ongecensureerders -

ongecensureerd

  1. zonder het weghalen van (onwenselijke) informatie; zonder aanpassingen; zonder weglatingen
     In plaats van zichzelf schuldig aan zo’n beetje alles te voelen, was het nu haar beurt om in gedachten eens ongecensureerd te foeteren.[1]
     Afgelopen voorjaar besloten de NS ook tot een bijdrage –geld, archiefmateriaal en historische voorwerpen– aan het Nationaal Holocaust Museum in Amsterdam. „De NS vinden het belangrijk dat er blijvend, ongecensureerd en ongepolijst aandacht is voor de Holocaust en de rol die de Nederlandse Spoorwegen toen gespeeld hebben”, zei president-directeur Van Boxtel.[2]
     Veel partijen in de Kamer pleitten na de berichten al voor een fysieke verhuizing van de inspectie. De dienst zit nu nog in hetzelfde gebouw als het ministerie. Maar de oproep van D66 en de SP was breder: stuur rapporten voortaan ongecensureerd naar de Kamer, laat de inspectie over publicatie van en communicatie rond rapporten gaan, en maak de dienst juridisch zelfstandig met een eigen begroting.[3]



  1. All-inclusive”   (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht  , ISBN 90-229-9182-2
  2.   Weblink bron
    L. Vogelaar
    “NS-geld voor „de zwarte bladzijde”” (27-11-2018), Reformatorisch Dagblad
  3.   Weblink bron “Grapperhaus: meer afstand en transparantie bij inspectie” (04-03-2020), Reformatorisch Dagblad