ondeugd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·deugd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ondeugd | ondeugden |
verkleinwoord | ondeugdje | ondeugdjes |
Zelfstandig naamwoord
- slechte gewoonte of handeling
- Een gat in de hand is een ondeugd waar velen mee worstelen.
- iemand -vaak een jonge persoon- die kattenkwaad uithaalt
- Die ondeugd heeft het wachtwoord van m'n PC gewijzigd!
Antoniemen
- 1 deugd
Hyponiemen
Opmerkingen
- Volgens de katholieke kerk:
- gierigheid, gramschap, gulzigheid, hoogmoed, lauwheid, nijd, onkuisheid, traagheid
Vertalingen
1. slechte gewoonte
Gangbaarheid
- Het woord ondeugd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "ondeugd" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be