onderwijsminister
- on·der·wijs·mi·nis·ter
- samenstelling van onderwijs zn en minister zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onderwijsminister | onderwijsministers |
verkleinwoord |
de onderwijsminister m
- (politiek) minister die aan het hoofd staat van het ministerie voor Onderwijs en Wetenschappen
- ▸ Onderwijsminister Arie Slob staat de pers te woord naar aanleiding van het stopzetten van de financiering van het Haga Lyceum.[1]
- ▸ Ook onderwijsminister Arie Slob van de ChristenUnie (die zich schuldig zou maken aan verdeel-en-heerstechnieken) en D66-leider Rob Jetten (,,zat er maar een onderwijspartij in deze rechtse coalitie”) kregen ervan langs.[2]
- Het woord onderwijsminister staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Tjerk Gaulthérie van Weezel en Rik Kuiper“Gerechtshof brandt vingers niet aan inspectierapport over Haga Lyceum” (24 december 2019), de Volkskrant
- ↑ Weblink bron Peter Winterman“PvdA-leden willen nóg langzamer rijden en verbod op vliegen in Europa” (16-11-2019), Tubantia