Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·der·wijs·aan·bod
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onderwijsaanbod -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het onderwijsaanbodo

  1. (onderwijs) datgene wat een onderwijsinstelling organiseert aan activiteiten voor het onderwijs
  2. (onderwijs) het totale pakket van te volgen soorten onderwijs

Gangbaarheid