onderscheten
- on·der·sche·ten
vervoeging van |
---|
onderschijten |
onderscheten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van onderschijten
- ...dat wij onderscheten.
- ...dat jullie onderscheten.
- ...dat zij onderscheten.
- ...dat wij onderscheten.
- Het woord onderscheten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.