(klemtoonhomogram)

  • on·der·druk
vervoeging van
onderdrukken

[A] onderdrúk

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderdrukken
    • Ik onderdruk. 
  2. gebiedende wijs van onderdrukken
    • Onderdruk! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderdrukken
    • Onderdruk je? 
     Onderdruk nooit je zorgen vlak voor je gaat slapen.[2]

[B] ónderdruk

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderdrukken
    • ... dat ik onderdruk. 
    • De bal komt steeds weer bovendrijven, hoe vaak ik hem ook onderdruk. 
[C] enkelvoud meervoud
naamwoord onderdruk onderdrukken
verkleinwoord onderdrukje onderdrukjes

[C] de ónderdrukm

  1. (natuurkunde), (techniek) druk in een vat die lager is dan die van de buitenwereld
    • De oxidatie in het vat veroorzaakt een onderdruk omdat de zuurstof gebonden wordt aan de ijzeren wand. bl
  2. (medisch) bloeddruk wanneer het hart zich weer vult met bloed na een hartslag en de druk in de slagaders daalt
    • Een verhoogde onderdruk levert vooral risico's voor de kleine bloedvaten op. 
     Een gemiddelde verlaging van de onderdruk met 5 millimeter kwik verlaagt bij de bevolking als geheel het risico op beroertes al met eenderde en het risico op hartaanvallen met 20 procent.[3]
  3. (techniek) (drukkerij) afdruk in wat lichtere kleuren, zodat er weer overheen kan worden gedrukt of geschreven
    • Op een onderdruk van de plattegrond konden ze snel de actuele toestand intekenen. 
98 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]
  • Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Vaak nare dromen als je je zorgen wegdrukt” (3 juni 2013) op nrc.nl  
  3.   Weblink bron “Zonlicht op de huid kan de bloeddruk verlagen” (21 januari 2014) op nrc.nl  
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


(klemtoonhomogram)

stamtijd
infinitief voltooid
deelwoord
onderdruk
onderdruk
volledig

onderdrúk

  1. onderdrukken
enkelvoud meervoud
naamwoord onderdruk onderdrukke

ónderdruk

  1. (natuurkunde), (techniek) onderdruk
    «Deskundiges het vroeër aangeneem dat die onderdruk in die binneste van 'n tornadowerwel, wat tot by 100 hPa kan beloop, geboue feitlik laat ontplof. Hierdie hipotese word nou verwerp.»
    Deskundigen hebben vroeger aangenomen dat de onderdruk in het inwendige van een tornadowervel, die 100 hPa kan bereiken, gebouwen feitelijk doet ontploffen. Deze hypothese wordt nu verworpen.