onderbuik
- on·der·buik
- samenstelling van onder en buik
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onderbuik | onderbuiken |
verkleinwoord | onderbuikje | onderbuikjes |
de onderbuik m
- (anatomie) het gedeelte van de buik dat het dichtste bij de benen is
- De jongen zei tegen de dokter dat de pijn in zijn onderbuik zat.
1. het gedeelte van de buik dat het dichtste bij de benen is
- Het woord onderbuik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onderbuik" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be