Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·der·bord
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onderbord onderborden
verkleinwoord onderbordje onderbordjes

Zelfstandig naamwoord

het onderbordo

  1. (huishouden) bord geplaatst onder het bord waarin of waarop een gerecht wordt geserveerd
  2. bord met een tekst, symbool of een combinatie daarvan dat als toevoeging onder een verkeersbord is gehangen

Meer informatie

Gangbaarheid