Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·zoomd
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van omzomen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van: omzomen…
verbogen vorm: omzoomde

omzoomd

  1. voltooid deelwoord van omzomen


stellend
onverbogen omzoomd
verbogen omzoomde

Bijvoeglijk naamwoord

omzoomd

  1. van een weg of pad dat deze is omgeven door een bomenrij
     De Franse traditie ziet er heel anders uit, zoals de Britse trendwatcher Stephen Bayley opmerkte. Je rijdt op je gemak over een met platanen omzoomde tweebaansweg, in een comfortabele auto, bij voorkeur een Citroën DS. Ondertussen zoekt je passagier in de Michelingids een restaurant waar je goed en uitgebreid kunt lunchen.[1]

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Peter Giesen
    “Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant
Verwante begrippen