Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·zet·cij·fer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord omzetcijfer omzetcijfers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het omzetcijfero

  1. (economie) getal dat de waarde uitdrukt van de totale afzet van een onderneming in een bepaalde periode
    • Maar het omzetcijfer dat de fiscus aanlevert blijkt volgens hen niet te kunnen kloppen. [1]

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen