omvangen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- om·van·gen
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van omvangen: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs)
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
omvangen |
omving |
omvangen |
klasse 7 | volledig |
Werkwoord
omvangen [1]
Zelfstandig naamwoord
de omvangen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord omvang
Werkwoord
vervoeging van: | omvangen… |
geen verbogen vorm |
omvangen
- voltooid deelwoord van omvangen
Gangbaarheid
- Het woord omvangen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "omvangen" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be