omtrekkend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ómtrekkend (hulp, bestand)
- IPA: /ˈɔmtrɛkənt/
- Geluid: omtrékkend (hulp, bestand)
- IPA: /ɔmˈtrɛkənt/
Woordafbreking
- om·trek·kend
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van: | omtrekken |
verbogen vorm: | omtrekkende |
omtrekkend
stellend | |
---|---|
onverbogen | omtrekkend |
verbogen | omtrekkende |
partitief | omtrekkends |
Bijvoeglijk naamwoord
ómtrekkend
- ergens omheen gaand
Opmerkingen
- Komt vooral voor in de vaste verbinding "omtrekkende beweging", een militaire term die ook figuurlijk wordt gebruikt.
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord omtrekkend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.