• om·stuwt
vervoeging van
omstuwen

omstuwt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omstuwen
    • ... dat jij omstuwt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omstuwen
    • ... dat hij omstuwt. 
vervoeging van
omstuwen

omstuwt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omstuwen
    • Jij omstuwt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omstuwen
    • Hij omstuwt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van omstuwen
    • Omstuwt!