omrasteren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: omrasteren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- om·ras·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstellende afleiing van om (bijwoord) en raster (zelfstandig naamwoord) met het achtervoegsel -en dat de onbepaalde wijs van een (werkwoord) vormt
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
omrasteren |
omrasterde |
omrasterd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
omrasteren
- overgankelijk aan alle kanten omsluiten
- De weide omrasteren was een zware klus.
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. aan alle kanten omsluiten
Gangbaarheid
- Het woord omrasteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.