ompalen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- om·pa·len
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van om en palen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ompalen |
ompaalde |
ompaald |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
ompalen
- overgankelijk met palen omgeven
- Waar vlucht gy tot uw baat?
Vlucht heên waar Amfitrit' ompaalt de hete zanden:
Vlucht heên waar 't Aardrijk is omringt van koude strandẽ,[1]
- Waar vlucht gy tot uw baat?
Gangbaarheid
- Het woord ompalen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ompalen" herkend door:
57 % | van de Nederlanders; |
53 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Leo Armenius: Treurspel, Vierde bedrijf Adriaan Leeuw1659
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be