vervoeging van
omitir

omitía

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van omitir
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van omitir
vervoeging van
omitirse

omitía

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van omitirse
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van omitirse