omhangen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- om·han·gen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van om en hangen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
omhangen |
hing om |
omgehangen |
klasse 7 | volledig | 1 |
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
omhangen |
omhing |
omhangen |
klasse 7 | volledig | 2 |
Werkwoord
- overgankelijk om het lichaam of een lichaamsdeel hangen
- overgankelijk omgeven met iets dat hangt
Afgeleide begrippen
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van omhangen: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs)
Werkwoord
vervoeging van: | omhangen… |
geen verbogen vorm |
omhangen
- voltooid deelwoord van omhangen
Gangbaarheid
- Het woord omhangen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "omhangen" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be