Spaans

Werkwoord

vervoeging van
ocurrir

ocurra

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van ocurrir
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van ocurrir
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van ocurrir