notenboom
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- no·ten·boom
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van noot en boom met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | notenboom | notenbomen |
verkleinwoord | notenboompje | notenboompjes |
Zelfstandig naamwoord
de notenboom m
- (plantkunde) een boomsoort uit het geslacht Juglans
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een boomsoort uit het geslacht Juglans
Gangbaarheid
- Het woord notenboom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "notenboom" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be