vervoeging van
normalizar

normalice

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van normalizar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van normalizar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van normalizar