enkelvoud meervoud
nombre nombres

nombre m

  1. nummer


enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  nombre     le nombre     nombres     les nombres  

nombre m

  1. aantal, hoeveelheid


  • IPA: /ˈnombɾe/
  • nom·bre
enkelvoud meervoud
nombre nombres

nombre m

  1. naam
  2. (taalkunde) naamwoord
  3. zelfstandig naamwoord
vervoeging van
nombrar

nombre

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van nombrar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van nombrar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van nombrar