no-showpatiënt
- no-·show·pa·ti·ent
- samenstellende samenstelling van no, show en patiënt zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | no-showpatiënt | no-showpatiënten |
verkleinwoord | no-showpatiëntje | no-showpatiëntjes |
de no-showpatiënt m
- (medisch) persoon die zonder afzeggen niet verschijnt op een afspraak met een hulpverlener
- Het woord no-showpatiënt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.