neusklank
- neus·klank
- samenstelling van neus en klank
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | neusklank | neusklanken |
verkleinwoord | neusklankje | neusklankjes |
de neusklank m
- (taalkunde) een klank geproduceerd met een verlaagde velum in de mond, waardoor lucht tijdens het vormen van de klank ongestoord door de neus kan ontsnappen
- In veel talen kan een klinker voor een neusklank genasaliseerd worden, waarna de neusklank vaak zelfs verdwijnt.
- plosief, occlusief, plofklank, sisklank, fricatief, wrijfklank, vloeiklank, liquida, glijklank, halfvocaal, affricaat, medeklinker
1. een medeklinker die geproduceerd wordt met een gedeeltelijke obstructie ergens in het spraakkanaal
- Het woord neusklank staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "neusklank" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be