• neuh
  • op te vatten als samentrekking van  nee tw  en  euh tw , als voorzichtige ontkenning aangetroffen vanaf 1956 (zie vindplaats hieronder)

neuh

  1. (spreektaal) nou nee; niet echt; nee, moet dat nu echt (een aarzelende ontkenning)
     Op de vraag of dit goed genoeg was voor goud in Sotsji antwoordde Kramer ontwijkend: "Neuh."[1]
     Omdat er goede, reeds bestaande vertalingen konden worden gebruikt, wordt die pretentie regelmatig waargemaakt, maar de kwaliteit van andere, kennelijk speciaal voor deze uitgave gemaakte, vertalingen is wisselvallig - van (vaak) ‘verrassend mooi’ tot ‘mwah’ en ‘neuh’.[2]
     Met de kabelsteek,” zei ze hardop. „Neuh,” zei de oude vrouw, „dit is de kabelsteek niet, Leida.” Maar zij luisterde niet naar wat haar moeder zei en nadat zij naar bed was gegaan, lag zij nog lange tijd wakker.[3]
  1.   Weblink bron
    Nando Boers
    “Kramer voelt olympische vorm naderen” (12 januari 2013) op nu.nl  
  2.   Weblink bron
    Arie Pos
    Besprekingen : Theo Hermans (ed.), A Literary History of the Low Countries. in: Internationale Neerlandistiek., jrg. 48 nr. 3 (oktober 2010), Amsterdam University Press, Amsterdam, ISBN 9789089642875, p. 82
  3.   Weblink bron
    Kees van Ginneken
    Honderdvijftig huizen in: Beatrijs  , jrg. 14 nr. 35 (1 september 1956), Spaarnestad, Haarlem, 18 [25]