netwerkapparatuur
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- net·werk·ap·pa·ra·tuur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van netwerk en apparatuur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | netwerkapparatuur | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de netwerkapparatuur v
- (informatica) apparatuur nodig om een computernetwerk te bouwen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord netwerkapparatuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.