• na·zin
enkelvoud meervoud
naamwoord nazin nazinnen
verkleinwoord

de nazinm

  1. deel van een samengestelde zin, die volgt op de voorzin
61 % van de Nederlanders;
68 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be