naslagwerk
- Geluid: naslagwerk (hulp, bestand)
- IPA: / ˈnaslɑxˌwɛrək / (3 of 4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈna.slɑχ.ˌʋɛrk/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈna.slɑx.ˌβ̞ɛrk/
- (Limburg): /ˈna.slɑx.ˌwɛrk/
- na·slag·werk
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘boek om dingen in op te zoeken’ voor het eerst aangetroffen in 1846 [1]
- Samenstelling van het naamwoord van handeling van naslaan en werk.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | naslagwerk | naslagwerken |
verkleinwoord | naslagwerkje | naslagwerkjes |
het naslagwerk o
- een boek dat dient om gegevens in op te zoeken
- Je kunt hiervoor het beste een naslagwerk raadplegen.
1. een boek dat dient om iets in op te zoeken
- Het woord naslagwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "naslagwerk" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "naslagwerk" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be