vervoeging van
narcotizar

narcotizase

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van narcotizar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van narcotizar
vervoeging van
narcotizarse

narcotizase

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van narcotizarse
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van narcotizarse