narcotizara
vervoeging van |
---|
narcotizar |
narcotizara
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van narcotizar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van narcotizar
vervoeging van |
---|
narcotizarse |
narcotizara
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van narcotizarse
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van narcotizarse