vervoeging van
narcotizar

narcotice

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van narcotizar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van narcotizar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van narcotizar
vervoeging van
narcotizarse

narcotice

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van narcotizarse
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van narcotizarse
  3. gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van narcotizarse