nanotech
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- na·no·tech
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van technologie met het voorvoegsel nano- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nanotech | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de nanotech v
- (wetenschap) (techniek) verkorting van nanotechnologie
- ▸ Ik was verheugd de CAMP Corsa Nanotech IJsbijl (205 gram) te zien, en de Kahtoola microspikes voor onder mijn schoenen in de sneeuw.[2]
Verwante begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord nanotech staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ nanotech op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers