Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·no·po·ro·si·teit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nanoporositeit -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de nanoporositeitv

  1. (scheikunde) de aanwezigheid van poriën in de grootteorde van enige nanometers
    • Dit zijn polymeren met groot vrij volume, die een inherente nanoporositeit hebben en daarmee geschikt zijn voor toepassing in specifieke gas- en dampscheidingen. 
Vertalingen

Gangbaarheid