nacionalice
vervoeging van |
---|
nacionalizar |
nacionalice
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van nacionalizar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van nacionalizar
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van nacionalizar