Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mu·ziek·le·ven
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord muziekleven
verkleinwoord muziekleventje muziekleventjes

Zelfstandig naamwoord

muziekleven o [1]

  1. alles wat te maken heeft met muziek en de muziekuitvoering
     En dan was er het muziekleven, dat bloeide als nooit tevoren.[2]
     De Leeuw was medeoprichter van het Schönberg Ensemble, dat tegenwoordig Asko/Schönberg heet en waarmee hij 45 jaar heeft opgetreden. 'Hij heeft het Nederlandse muziekleven de laatste 50 jaar wezenlijk veranderd', zegt Rosita Wouda die 25 jaar zakelijk leider van van Akso/Schönberg. 'Wat hij deed was nooit gemiddeld, maar altijd extreem.'[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Het brilletje van Tsjechov : reizen door Rusland” (2014), Atlas Contact  , ISBN 9789045024875
  3.   Weblink bron “'Wat Reinbert deed was nooit gemiddeld, maar altijd extreem'” (14-02-2020), NOS